Interview met Else Poortvliet
“Oh, dat is mijn moeder met pake en beppe.” Else studeerde Juridische Bestuurswetenschappen in Groningen, woont inmiddels zo'n 35 jaar in Den Haag en oorspronkelijk komt ze uit Leeuwarden, Friesland. Dat is te horen en ook de nuchtere kijk is ze nooit kwijtgeraakt. De foto in haar boekenkast is een mooi aandenken. “Mensen, ze staan centraal in mijn leven. Ook in mijn werk als manager van de afdeling Vergunningen en Toezicht bij gemeente Den Haag én als voorzitter Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland.”
Terug naar Friesland? “Nee, in Den Haag ben ik thuis. Na mijn studie zijn mijn man en ik hier komen wonen. Mijn eerste baan was bij gemeente Naaldwijk, daarna Schiedam en sinds 1999 bij gemeente Den Haag. Bij gemeente Schiedam heb ik geleerd hoe een organisatie werkt. Een fijne werkplek, qua omvang en professionaliteit, met het bestuur dichtbij. Via een headhunter ben ik als hoofd van de afdeling Leefmilieuverordening en Verblijfsinrichtingen bij gemeente Den Haag aan 't werk gegaan.
“Een totaal andere omvang, daar moest ik aan wennen. In het nieuwe stadhuis was ik tijdens de open monumentendagen geweest. Al die gangen en kamertjes waar mensen zitten.” Nu is Else manager van de afdeling Vergunningen en Toezicht met 140 fte. “Zo'n 160 mensen, ik stuur drie teammanagers aan en zelf geef ik leiding aan de afdeling ondersteunende diensten. Manager ben ik onderweg geworden, eerst in Schiedam. Ik dacht, ja, volgens mij kan ik dat ook, kan ik dat beter.” Inmiddels heeft Else dat ruimschoots bewezen.
“Mensen waarderen en respecteren. Ik weet als die iets doet dan komt het goed en als die iets doet moet ik er nog een beetje extra aandacht aan geven. Hoe kom je gezamenlijk tot iets, dat vind ik belangrijk. Als ik iets beloof dan doe ik het ook. Afspraak is afspraak. Vanzelfsprekend, dat kost me geen moeite. Toen ik hier kwam was het echt een mannenbolwerk met techneuten. Degene met de meeste kennis was teammanager. Daar heb ik verandering in gebracht door de beste leider teammanager te maken. Ook de verhouding mannen/vrouwen is nu meer in balans.”
“Een andere belangrijke verandering werd door medewerkers de infiltratie van juristen genoemd, mensen zonder kennis die er ook iets van vonden. Inmiddels is dat breed geaccepteerd. Er werden in het verleden beslissingen genomen op basis van persoonlijke kennis en onderbuikgevoel. Moeilijk meetbaar als het om verstrekken van vergunningen en bouw- en woningtoezicht gaat. Dat hebben we omgedraaid naar risicogericht toezicht houden op basis van processen, wat we doen en de beslissingen die we nemen transparant en inzichtelijk maken.
“We werken samen, luisteren naar elkaar. Prestatiegericht, het moet tot iets leiden. Schouders eronder en we gaan ervoor, dat werk. Man of vrouw vind ik eigenlijk niet zo interessant. Het feminiene is van belang, veel meer dan vroeger. Je moet als manager tussen de mensen staan. Kwetsbaar durven zijn, zeggen dat je iets niet weet. Luisteren en dan een beslissing nemen, nieuw leiderschap. Ja, daar kunnen ze in de politiek van leren. Als voorzitter Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland loop ik daar ook tegenaan.”
“Ministers worden afgeschermd, zijn onbereikbaar. Daar heb ik wel flinke aanvaringen over gehad. Er gaan zaken veranderen, een deel van ons werk gaat naar de markt, maar dat heeft wel consequenties. Ik sta voor de beroepsgroep, de kwaliteit van ons werk. Ik moet er samen met andere betrokkenen voor zorgen dat we de rol die we hebben zo goed mogelijk kunnen blijven doen. De rijksoverheid staat te ver van de dagelijkse realiteit en ziet zaken te rooskleurig. Daar waarschuw ik ze voor.” Politieke ambities? “Ach nee zeg, hou op! Daar heb ik het geduld niet voor. Politici van de zijlijn adviseren, dat vind ik wel leuk.”